Moeders die zelf allergisch zijn, geven een andere moedermelk door aan hun baby’s dan “gezonde moeders”. Nederlandse onderzoekers (Dekker et al., 2020) onderzochten de eiwitsamenstelling van de moedermelk en zagen dat de allergische moeders een andere peptiden-samenstelling doorgaven dan de niet-allergische moeders. Moeders werden geselecteerd uit de Nederlandse PIAMA-studie (Prevention of Asthma and Mite Allergy). Allergische moeders waren diegenen, die reageerden op huismijt, astmatisch zijn en/of aan hooikoorts leden.

Er werden 2 x 10 moedermelkmonsters met elkaar vergeleken. Van de 29 aangetroffen eiwitten, blijkt dat 67% van de peptiden afkomstig zijn uit Beta-Lactoglobuline (BLG) uit koemelk. De 2^e plaats werd ingenomen door het Bovine Serum Albumine (BSA) met 22% dekking. Van de in totaal 78 peptides in moedermelk die niet-humaan waren, zijn er 15 die alleen in de groep allergische moeders werd gevonden, van de significant verhoogde peptiden waren 8 stuks afkomstig uit de afbraak van BLG. Omgekeerd hadden niet-allergische moeders eerder verhoogde intensiteit van BSA-afkomstige peptiden (n=6).

In de discussie van het artikel wordt een ander experiment aangehaald, waaruit blijkt dat allergische moeders direct na de consumptie van 2 glazen koemelk, hogere BLG-gehaltes uitscheidden in hun moedermelk. De vraag is natuurlijk, hoe dit koemelkeiwit in de moedermelk terecht komt? Ons darmkanaal zou, wanneer het goed functioneert en goed afgesloten is, geen grote eiwitten en eiwitbrokstukken mogen doorlaten. Een probleem bij mensen met allergieën is, dat dit niet goed geregeld is; er is sprake van een “lekkende darm”. Deze eiwitbrokstukken en peptiden worden via de eigen bloedbaan naar de borst getransporteerd, waar de melkklieren de eiwitten eruit filteren en incorporeren in de eigen moedermelk. Baby’s kunnen vervolgens reageren op deze koemelkeiwitten, ondanks dat zij alleen met de eigen moedermelk opgroeien. Men noemt dit “enterocolitis” en Wikipedia beschrijft dit als een heftige, directe ontstekingsreactie volgend op de inname van eiwit. Studies laten zien, dat de problemen over zijn, wanneer de “lekkende moeders” zelf stoppen met de consumptie van koemelkproducten.

BLG is een koemelkeiwit, dat genetisch niet voorkomt bij mensen. In vele koemelk-allergische reacties bij kinderen is er een betrekking met BLG. Interessant zou zijn te weten of rauwe melk en gepasteuriseerde melk dezelfde reacties uitlokken, wanneer dit door zwangere moeders wordt gedronken. In onderzoek onder boerderijkinderen werd duidelijk, dat het drinken van rauwe melk in de zwangerschap juist een verlaging van allergie en astma gaf bij de nieuwgeboren baby’s (Riedler et al., 2001). Officiële instanties, echter, raden het drinken van rauwe melk door zwangere moeders en jonge kinderen af vanwege het mogelijke gevaar van zoonotisch overdraagbare ziekten, waardoor er een patstelling is ontstaan, wat nu goed is voor de gezondheid van je kind.

Bron: Dekker, P. M., Boeren, S., Wijga, A. H., Koppelman, G. H., Vervoort, J. J., & Hettinga, K. A. (2020). Maternal Allergy and the Presence of Nonhuman Proteinaceous Molecules in Human Milk. Nutrients, 12(4), 1169.